In 1906 legden vaklieden van de Rijkswerf te Amsterdam de kiel van de stoere stalen botter. Als zeilschip in dienst gesteld bij het Loodswezen als afhaal- en peilbotter, kreeg ze de naam “Botter nr. 1”. Ze zeilde dienstdoende loodsen van en naar hun kruispost in het 1e district ‘Het Friesche Zeegat en Eems.’
Loodsen die een schip van de haven buitengaats hadden gebracht werden door de Noordzeebotter van het zeeschip afgehaald. In 1918 werd een tweecilinder 44 pk-motor ingebouwd. Vervolgens voer ze verder onder de naam “Motorbotter Nr. 1”.