Met Rosanne van Welzen en Bart Zanting
De Rackert als beurtscheepje! Ik was gevraagd om dit weekend vier dozen rum te vervoeren van Den Helder naar Terschelling. Niet zomaar rum, het gaat om Tres Hombres rum, in Duitsland uitgeroepen tot de lekkerste. Het handelsmerk -Fair transport- vereist dat de rum motorloos, dus zeilend vervoerd moet worden.
Op vrijdagavond vaar ik de Rackert solo naar Den Helder. Dat over de zeetjes van vijf, stroom tegen wind. Lekker stuiteren, maar dat terzijde.
In den Helder komt eerst Bart aan boord, en dan de rum. Hans, van de rederij Fair Transport, heeft geen tijd voor een babbel. Rosanne heeft geheel volgens afspraak een wergwerpbarbeque en een tas vol groenten meegenomen. We zitten lekker te roosteren als een vreemd gezelschap aan komt fietsen. Vier mannen en een vrouw. De vrouw zit achterop bij een vrij onstabiel ogend persoon. Precies ter hoogte van de Rackert valt de fiets met de twee mensen om en komt het hele gezelschap bij ons eetfeestje tot stilstand. Meteen ontstaat een gesprek over mijn boot en komen ze allemaal bij ons zitten. De saté, bier, whisky en stickies gaan rond. Het wordt erg gezellig. De vijf hadden de hele dag geklust aan de Tres Hombres, die verderop in dok ligt. De onstabiele fietser blijkt Francois, de kapitein van de komende oceaanoversteek. Hij is ladderzat maar ziet nog wel kans om in de kuip van de Rackert te klimmen. Ik mag van zijn overheerlijke whisky meedrinken. Als ik overschakel op Frans weigert hij mee te doen. De scheepstaal is Engels.
Wat later gaan we aan boord van de Nordlys, de tweede Nederlandse zeilende vrachtvaarder die een dezer dagen in de vaart zal komen. De Nordlys is een kustzeiler. Gaat varen op Portugal met biologische wijn en olijfolie. Kennis gemaakt met kapitein Lammert (’the best there is’, volgens een Israelische opvarende), en met reder Andreas. Hij is één van de drie founding fathers (tres hombres), die aan aantal jaren geleden een half vergaan zeilschip kochten, het opknapten en hun droom, zeilende vrachtvaart, waarmaakten.
Andreas leidt ons rond op de Nordlys, en daarna neemt hij ons mee naar zijn nieuwe droom, een oude houten Engelse vrachtzeiler van een meter of vijftien. Die heeft hij nu in de restauratie. Waar ooit de motor stond komt nu het vrachtruim…
Nog later gaan we met Andreas en een aantal opvarenden naar Het Boerenverdriet, stamkroeg voor vissers en zeelui. De rondjes rum komen snel door, en de sfeer wordt steeds vrolijker. Het volkje bestaat uit mensen die stuk voor stuk wel iets bijzonders hebben, en hun passie voor de zeilende vrachtvaart delen. Rosa, die als stagaire op de Tres Hombres meevoer, vertelde zoiets als ‘eens bij Fair Transport, altijd bij Fair Transport’. Als ze zeilen wordt er niet gedronken of geblowd, maar als het schip in de haven ligt is het feest.
Rosanne en Bart weten niet wat ze meemaken (ik eigenlijk ook niet zo goed). Ze dachten dat ze gewoon een weekendje gingen zeilen, maar komen nu een avond lang tussen de feestvierende zeeschuimers terecht. Rosanne begint heftig te twijfelen aan haar toekomstplannen. Ze staat op het punt om te emigreren naar Nieuw-Zeeland, maar een bestaan op de schepen van Fair Transport lijkt haar ook helemaal te gek.
Het werd zo laat dat Bart, Rosanne en ik de volgende dag veel te laat door de sluis komen. Doordat er ook nog eens veel minder wind staat dat was voorspeld halen we het wantij bij lange na niet en krijgen we veel te veel stroom tegen. Al die tijd is Rosanne echt brak. Teveel rum.. Een kop bouillon brengt verlichting, en Roos krijgt weer praats. Uiteindelijk rechtsomkeert. Wat nu? Ik besluit dat we er toch nog een leuk weekend van kunnen maken als we gaan kamperen bij de Razende Bol. Dus Texel voorbij en geankerd op een diepte die vlak slapen mogelijk maakt. Maar eerst eten, en in het donker genieten van messcherp zicht. We zien met gemak het licht van de Brandaris. Boven ons een fenomenale sterrenhemel. Daar zijn wel een uurtje mee bezig, onder het genot van een wijntje en een goed gesprek.
De volgende dag waait er een dikke vier uit het westen. Prachtige wind om Terschelling alsnog te halen. Palaver: Rosanne en ik kunnen nog wel een extra dag vrij regelen, maar Bart heeft op maandag een paar belangrijke vergaderingen voor zijn studie. Maar wellicht halen we de late middagboot vanaf Terschelling nog. Dus op naar de Brandaris!
De Rackert en bemanning hebben er zin in. Kluiver ervoor, en de fok om beurten naar bakboord en stuurboord uitgeboomd. Het is een heerlijke pot zeilen. Alleen waar het Inschot iets te veel naar het noordwesten buigt moet de motor even bij, maar in de Vlie is de koers weer bezeild.
Er vaart een klipper voor ons richting Noordzee. En dan, voorbij de Richel, komt de forse deining van de Stortemelk erbij. Bart -met hoed- zet zich schrap aan het roer, Rosanne staat wijdbeens, tegen de kajuit, met haar verrekijker boeien te spotten, en ik ben apetrots op mijn bootje. De golven gaan behoorlijk te keer, maar hij kan ze allemaal aan. We houden het droog. Voor ons draait de klipper opeens naar het oosten. Gaat-ie buitenom? Nee, de geelzwarte ton die de ingang van het Schuitengat aangeeft blijkt nog behoorlijk ver weg te liggen. De klipper is gewoon de weg gegaan die wij ook willen varen. Dus nog maar even spannend doorvaren.
Als we later de gele tonnetjes van het Schuitengat volgen staat er een behoorlijke ebstroom. Die varen we dood, maar het schiet niet op. Bart krijgt het een beetje benauwd. Haalt hij de boot nog wel? Rosanne en ik varen de Rackert naar de platbodemsteiger in de jachthaven terwijl Bart zijn spullen pakt. Fluks naar het havengebouw, om daar te ontdekken dat de laatste boot net weg is.. Bart toont zich flexibel: dan maar een leuke avond op Terschelling en morgen een vroege boot.
En een leuke avond wordt het. Nog een. We lopen terug naar de Rackert om Bart zijn rugzak te bergen. Ik bel de slijterij om te overleggen: wat moeten we met de rum? Antwoordapparaat. Ik spreek in. Dan West in. Na een paar verkenningen belanden we in een druk restaurant waar we Terschellinger bier, mosterdsoep en scholdagschotel scoren. Het is er warm en het eten is erg lekker, zeker voor die prijs. Terug in de kuip van Rackert borrelen we na. Als het gesprek op spiritualiteit uit komt gaan we flink de diepte in. Ik vraag me af waarom dat zo vaak gebeurt aan boord van de Rackert.
Na een vrij korte nachtrust gaat een wekker die we niet goed horen. Een half uur voor vertrek van de boot worden we pas wakker. Bart schiet in zijn kleren en trekt met rugzak en al een sprint naar de boot. Roos en ik zijn de boot nog aan het opruimen als we een SMS-je krijgen “Heb de boot gehaald”. Gejuich stijgt op aan de verder lege platbodemssteiger.
Dan plan rum. Tot drie keer toe de slijterij gebeld, maar steeds dat antwoordapparaat. Om half negen precies staan we op de stoep, maar de slijterij blijft dicht. Boodschappen gedaan en terug naar de haven. Daar spreken we met de jachthavenmeester af dat we de dozen in het havenkantoor mogen zetten. We hebben namelijk haast, want we willen niet te veel vloedstroom tegen hebben in het Schuitengat. Rum naar het kantoor, en Roos en ik varen vlotjes de haven uit.
In het Schuitengat gebeurt een klein wondertje. Er komt opeens weer behoorlijk veel koelwater uit de uitlaat. Blijkbaar is het asje in een gunstige stand gaan draaien, want we hebben opeens veel minder lekkage via het lager van de koelwaterpomp. Een geschenk uit de hemel: een beter gekoelde motor en veel minder vaak pompen.
In de Vlie kan de motor alweer uit. Met een rustig windje zeilen we tot voorbij het gaswinningsplatform, waar we precies op tijd voor de kentering aankomen. We hebben nog maar net de boterhammen á la Winny, dit keer gemaakt door Roos, op als we aan de horizon een grote donkere wolk zien ontstaan. Bizar lang later horen we een doffe dreun, en dan pas leg ik het verband met de straaljagers die in de lucht vliegen. Oefeningen op de Vliehors. Roos vindt het prachtig. Ze moedigt de straaljagerpiloten luidkeels aan en viert feest als er weer een bommetje ontploft. Ik denk maar één ding: Werelderfgoed??? Dan draait de koers met het Scheurrak naar het westen en moet de motor weer bij.
‘Dutch sailing’ heet het als je zeilt met de motor bij. Als je het goed doet hoeft de motor helemaal niet hard te draaien, maar zorgt hij er toch voor dat de boot hoog aan de wind kan varen. Eigenlijk doet de motor dan hetzelfde als de druil, het zeiltje dat sommige types achterop de boot voeren. ‘Druil’: geweldige naam voor mijn motor..
Als we in de Texelstroom komen trekt de wind weer aan. Meteen begint er een pittig zeetje, wind tegen stroom, te lopen, en ter hoogte van de afslag naar de Binnen Breesem is het altijd extra knobbelig.
Ik kijk naar Roos. Twee maanden geleden kreeg ik op Facebook een vriendschapsverzoek van een Haags fotomodel. Omdat ze in haar meest recente bericht “Ik wil de smaak van het zeilen te pakken krijgen.” schreef, heb ik haar verzoek geaccepteerd. Ze had nog nooit gezeild. Nu, nog geen vijf vaardagen later, stuurt ze de Rackert met vaste hand door het ruwe water. Om haar mond een ietwat gespannen glimlach, haar ogen stralen, de koers perfect in de peiling. Dat ze zo ver is gekomen is vooral te danken aan haar enthousiasme, doorzettingsvermogen en tomeloze leergierigheid. Wat is het toch geweldig dat ik op deze manier het mooie in mensen mag leren kennen. Want Roos is niet de enige. Lang niet. Ik heb een fantastische hobby.
We motorzeilen de Rackert de haven van Oudeschild binnen, en strijken de zeilen in de havenkom. In de jachthaven pakt verenigingsgenoot Rob Arendsman het touwtje aan. Rob had de rum eerst zullen vervoeren, maar daar kwam iets tussen. Hij had ons zondag nog wel richting Terschelling zien varen. Rob geeft Roos een lift naar de veerboot. Mij rest het opruimen van de boot en het ontzilten van de ruimen. No worries, het was de moeite meer dan waard.
Naschrift (15-12-2015)
Op 26 september vertrok de Nordlys voor haar eerste tocht, via Frankrijk naar Portugal. Op 13 oktober lag het schip voor anker in de baai van Douarnenez. Daar werd het geramd door een viskotter met onbemande brug. Het achterschip van de Nordlys was totaal ontwricht. Godzijdank zijn er geen gewonden of doden gevallen. Een maand lang is er gewerkt aan de noodzakelijke reparaties. Bij dit schrijven is de Nordlys onderweg van Brixham naar Den Helder, waar het schip weer helemaal in orde gemaakt zal worden.
Bart kwam twee weken na de rumtocht nog een keer aan boord, dit keer voor een fantastische pot droogvallen bij de Cocksdorp. Hij maakt zijn studie af en gaat reizen.
Roos heeft -volgens plan- een enkeltje Nieuw-Zeeland gekocht. Na familiebezoek daar heeft ze daar als crew aangemonsterd op een groot motorschip. De eerste etappe verliep niet zonder kiespijn, maar gelukkig hebben ze op Tahiti ook goede tandartsen.